© Joëlle Dewinter

Het zondagskind in elk van ons

Iedereen is kind. Of is dat ooit geweest. Dat is het vertrekpunt voor dit project van Joëlle Dewinter. Vertrekkend vanuit deze universeel gedeelde ervaring wil ze met ‘Zondagskind’ door middel van herkenbare associaties en ervaringen de fragiliteit van het kind zijn bij de kijker opnieuw oproepen. Door het kind in jezelf te herkennen en opnieuw te erkennen, wil ze mensen aanmoedigen empatischer te zijn, zowel naar zichzelf als naar anderen toe.

tekst: Mats Pylyser (13/01/2022)

© Joëlle Dewinter

Waarom heb je gekozen voor jeugd en kindertijd als thema?

Het is belangrijk voor mij om een universeel uitgangspunt te nemen voor mijn werk. Iedereen is kind of is dat geweest. Iedereen heeft een jeugd gehad. Ik wil het liefst iets vertellen over ervaringen die we delen, zaken die ons allemaal aanbelangen en die gelijklopende of herkenbare associaties oproepen. Toch ben ik met mijn reeks niet uit op infantilisering of het bestendigen van wat niet meer is. Daarbij merk ik wel dat de maatschappij ons vaak niet toelaat om matuur en volwassen te zijn. Tijdens hun jeugd hebben veel mensen een gebrek aan ruimte om kind te zijn en wanneer ze volwassen zijn, worden ze als kinderen behandeld. Dat is een maatschappelijke paradox. Het lijkt me noodzakelijk om ons op een bewuste manier tot onze voorbije ervaringen te verhouden, om als mens te kunnen groeien. Te vaak blijft ons bewustzijn afgesloten. Wanneer men dan toch de confrontatie aangaat, kan dit een doos van Pandora zijn die opengaat.

Is er een persoonlijke link met jouw eigen leefwereld?

Uiteraard. De ervaring van jouw kindertijd is per definitie persoonlijk. Daarom kan ik enkel mijn eigen captaties delen in de hoop dat iemand anders zich daarin herkent. Er bestaat geen collectieve herinnering aan ‘de jeugd’, maar door de kijker te laten kennismaken met mijn reeks kan iemand door een associatie getroffen worden. Ik kan mensen enkel uitnodigen in een wereld, zoals een kinderboek een wereld schept waar je in mag stappen. Het auteurschap is hier van ondergeschikt belang, meer nog, het auteurschap wordt eigenlijk aan de kijker zelf gegeven. Dit is belangrijk om te vermijden dat ik in betekenisloze abstracties zou vervallen, waardoor mijn werk los zou blijven van de realiteit. Daarbij wil ik niet meer laten zien dan nodig is en de kijker uitnodigen om zelf te vertrekken vanuit haar of zijn eigen referentiekader.

Tijdens hun jeugd hebben veel mensen een gebrek aan ruimte om kind te zijn en wanneer ze volwassen zijn, worden ze als kinderen behandeld.

Je hebt in de reeks ook met verschillende bewerkingen en collages gewerkt. Was dat een experiment of iets wat je vaker doet?

Ik heb steeds het individuele beeld als startpunt genomen. Ik heb niet vanuit een specifiek materiaal gewerkt: van een foto komt soms een tekening, van een tekening komt soms een foto en soms mix ik beiden. Het gaat toch in de eerste plaats om mijn fotograaf-zijn. Veel beelden bewerk ik. In functie van dit project – een reflectie op kindertijd – was het gebruik van stiften, verf en lijm eigenlijk een evidentie. Je vindt dit materiaal ook in kleuter- of basisscholen. Het was een goede aanleiding om verschillende mixed media-technieken te testen. Ik experimenteer hier veel mee en heb uiteindelijk maar een kleine selectie weerhouden.
         Als kind tekende ik veel, op het maniakale af, maar ik ben er even abrupt mee gestopt. Naar aanleiding van dit project heb ik tekenen gekozen als manier om notities te nemen, een eerste taal als het ware die vorm kreeg in procesboekjes. Dat was fijn omdat het vrijblijvend was, maar ook erg confronterend. Het proces staat in ‘Zondagskind’ centraal; ik werkte niet naar een afgeborsteld eindresultaat. Het hielp me ontzettend om te “mogen” mislukken. In mijn ogen moet daar altijd zoveel mogelijk ruimte voor blijven, daarom maakte ik het de kern van dit project.

© Joëlle Dewinter

Speelt escapisme een rol in jouw reeks? Het voelt aan als een mooie vlucht, even weg van de realiteit.

Escapisme speelt inderdaad een grote rol in mijn project. Het ontsnappen aan onszelf is als een noodzaak, een poging om die vrijheid terug te vinden die we als kind gekend hebben. Escapisme is vaak een coping-strategie van vele mensen om hun batterijen op te laden en om de wereld aan te kunnen. Ik wil reflecties hierop uitwerken. Er is geen betere plek om een kind te ontmoeten dan in zijn of haar eigen fantasiewereld, lijkt me.

Roze tinten vormen een draad doorheen de reeks. Is er een specifieke reden waarom je teruggrijpt naar dit kleurenpallet?

Het roze dient een bepaald doel en doet haar werk, maar is niet mijn lievelingskleur. Zeker als kind niet. Toch kies ik voor roze omdat het een heel betekenisvolle kleur is. Als meisje word je haast opgezadeld met deze kleur en andere lelijke beeldtaal voor meisjes. Vergelijkbaar met het fenomeen waar je als meisje interesse in paarden uitdrukt. Je krijgt beelden van paarden, maar het zijn vaak vreselijk kitscherige foto’s, die te gesatureerd zijn en met een oppervlakkige standaardinvulling. Je krijgt geen prenten van Rubens waar de anatomie van het dier zichtbaar is.
         Met de roze mantel die ik over het werk trek, ben ik me wel heel bewust van het feit dat niet iedereen zijn jeugd rooskleurig is. De kleur roze is een kapstok, maar tegelijkertijd ook een extra uitdaging.