eros from provoke, 1969, © Daido Moriyama

Wat trekt ons zo aan in de Japanse fotografie?

Annemarie Zethof en Martijn van Pieterson verzamelden al tientallen jaren fotografie en kunst voor ze in Antwerpen IBASHO openden, een galerie gespecialiseerd in Japanse kunstfotografie. Zelf werden ze aangetrokken door de rust en gelaagdheid die je in Japanse beelden terugvindt, maar wat is het dat Japanse fotografie zo uniek maakt? Waarom blijft de unieke beeldtaal die Japanners ontwikkelden ons inspireren en fascineren?

tekst: Sofie Neven (2/11/2023)

Annemarie en Martijn, kunnen jullie meer vertellen over IBASHO? Hoe kwamen jullie erbij om in Antwerpen een galerij te openen in Japanse kunstfotografie?

"Martijn en ik verzamelden al tientallen jaren kunst naast onze carrières in de advocatuur en Martijn in financiën. Onze eerste interesse in Japanse fotografie kwam er nadat we ukiyo-e, de Japanse prentkunst, ontdekten. Ikzelf was ook gepassioneerd door fotografie en verliet mijn job om aan de Fotoacademie in Amsterdam te studeren en erna als fotograaf te werken. In 2008 verhuisden we voor Martijn zijn job naar Londen en nadat we daar in Tate Modern de tentoonstelling van Daido Moriyama en William Klein zagen, begonnen we ons pas echt toe te spitsen op Japanse fotografie." 

"Ik volgde nadien nog een Master in Photography aan Sotheby Institute of Art in Londen waar ik meer leerde over het inhoudelijke aspect van fotografie, dat ook nuttig was voor de galerij. Op het moment dat Martijn nood had aan een carrièreswitch, waagden we de stap en keerden we terug om in Antwerpen een galerij te openen. Omdat we ons wilden onderscheiden als beginnende galerist en we een duidelijke lijn van ‘less is more’ zagen in de Japanse - en niet-Japanse - fotografie die we verzamelden, startten we in 2015 IBASHO, gespecialiseerd in Japanse kunstfotografie. Er is dus wel wat tijd aan vooraf gegaan (lacht)."

Beeld uit de expo van Hanayo in IBASHO (2022)

Is er volgens jou een verschil in de manier waarop Japanse en Westerse fotografen fotografie benaderen? Hoe zou je dit verschil beschrijven?

"Er zijn zeker verschillen in de benadering van Japanse en Westerse fotografie en het is interessant om te zien hoe deze verschillen voortvloeien uit historische en culturele invloeden. Japanse fotografie heeft een unieke geschiedenis en was lang niet blootgesteld aan westerse invloeden. Halverwege de 19e eeuw opende Japan zich voor de westerse wereld onder keizer Meiji. Tijdens die periode werden moderne technologieën, waaronder fotografie, geïntroduceerd en dit was een van de uitvindingen die Japan omarmde. Japanners gingen zelf aan het fotograferen en tegelijkertijd kwamen heel wat westerlingen het land fotograferen. Rond de eeuwwisseling waren er al meer dan 100 fotostudio’s in het land. Japan is anders dan de andere Aziatische landen waar het meer geleidelijk is gegaan, er een minder rijke geschiedenis is en je een kleiner volume aan fotografen terugvindt."

"Het interessante is dat Japan een heel aparte cultuur heeft, met zijn eigen religie, filosofie, esthetiek, cultuur. Dat deze zich vermengde met de moderniteit, vormde het fundament van de Japanse fotografie."

Japanners kopen weinig kunst, maar er is een enorme fotoboekencultuur. Japanse kamers zijn zo klein dat er geen ruimte is om iets aan de muur te hangen, dus verspreiden ze deze via boeken.

Wat zijn de eigenheden van die Japanse fotografische stijl?

"Gedurende de geschiedenis en zeker in de 20e eeuw volgde en kopieerde Japan nog veel de stijl van het westen. Maar omdat zoveel Japanners fotografeerden en zo’n aparte cultuur hebben, ontwikkelden ze toch een eigen fotografische stijl."

"Je ziet die ommekeer naar een eigen stijl in fotografie en beeldtaal in de jaren ‘60 met Daido Moriyama en het Japanse magazine Provoke. De foto’s zijn niet scherp, bewogen, ze tonen fragmenten van objecten en tasten de grenzen af van wat fotografie is. Op dat moment zie je echt dat ze met hun fotografie andere dingen doen dan men in het westen doet."

"Daarnaast zie je dit ook in de technieken en materialen die ze gebruiken, zoals het zelf maken of printen op washi-papier, een traditioneel Japans papier dat een bijzondere textuur en uitstraling geeft aan de foto's. Een andere techniek is het gebruik van bepaalde printmethoden, zoals cyanotypie, waarbij geen duidelijke randen zichtbaar zijn en het beeld een vloeiender, meer organisch gevoel heeft. Dit past goed bij de Japanse esthetiek van wabi-sabi dat de nadruk legt op imperfectie."

"Je ziet ook dat veel westerse fotografen geïnteresseerd zijn in Japanse fotografie en filosofie en er hun inspiratie uit halen. De Japanners zelf zijn bijvoorbeeld niet zo actief bezig met wabi-sabi, het maakt gewoon inherent deel uit van hun cultuur. Ook omgekeerd hebben Japanse fotografen zich geïnspireerd door westerse fotografen. Zo heeft Daido Moriyama bijvoorbeeld ook enorm veel gekeken naar William Klein." 

Benaderen Japanse fotografen hun onderwerpen of thema’s ook anders dan westerse fotografen?

"Japanners kiezen vaak een specifiek onderwerp en gaan daar helemaal in door. Je hebt bijvoorbeeld Toshio Shibata die foto’s maakt van structuren als bruggen en dammen in het natuurlijke landschap. Dat doet hij al sinds eind de jaren ‘80 en dat verandert niet, hij is daar zo gefocust op. Een ander voorbeeld is ook de bekende serie over de zee en over theaters van Hiroshi Sugimoto. Dat zijn reeksen van honderden prachtige foto’s. Het is gek voor een westerse fotograaf om zo door te gaan op één onderwerp en dat helemaal uit te kiemen. Zij willen al snel iets anders doen."

"Bij Japanners gaat het veel om vakmanschap, het verfijnen en perfectioneren van hun product. Fotografie gaat ook nog vaak door van een generatie op een andere generatie."

"Daarnaast denken Japanners heel veel in boeken wat ook historisch-cultureel bepaald is. Ze kopen weinig kunst, maar er is een enorme fotoboekencultuur. Japanse kamers zijn zo klein dat er geen ruimte is om iets aan de muur te hangen dus verspreiden ze deze via boeken. Er worden er enorm veel geproduceerd. Fotoboeken zijn inmiddels een van de belangrijkste exportproducten in de Japanse kunstwereld. Voor zo’n fotoboek heb je ook héél veel foto’s nodig, een serie van 100 of 200 of 500 foto's. Ook dit is dus een opvallend verschil."

c-3222 Okawa village, Kochi prefecture, 2019, © Toshio Shibata
Portret van Annemarie Zethof en Martijn van Pieterson in de galerie.
In Japan is er geen definitie voor wabi-sabi, een Japanner weet niet hoe die wabi-sabi moet omschrijven. Dat is het nu net; je kan het niet vastpakken omdat het een gevoel is.

Zijn er ook bepaalde thema’s en onderwerpen die je vaak ziet terugkomen in Japanse fotografie?

"Foto’s met kersenbloesems zie je altijd en overal terugkomen. Daarnaast is er heel veel natuur in de foto’s. Het shintoïsme, een van de religies van Japan, gaat uit van de natuur en dat elk object een ziel heeft. Japanse fotografen hebben een diep respect voor de natuur en de seizoenen, en dit komt tot uiting in veel van hun werken. Natuur geeft leven, maar ook veel verwoesting. Zeker in Japan waar je een historie aan tyfonen, landverschuivingen en rampen hebt. Een traditioneel Japans huis wordt gebouwd voor één generatie en is nooit permanent bedoeld. Ook rampen zoals Nagasaki, Fukushima en Hiroshima zijn heel belangrijk en zie je vaak terugkomen. De fotografie gaat daarbij om een soort van verwerkingsproces. Daarom dat die vergankelijkheid ook zo belangrijk is."

"Japanners zijn daarnaast echt gek op straatfotografie. Je hebt ook allerlei gekke onderwerpen zoals neko-fotografie waarbij ze alleen maar kattenfoto's maken. Dit is vooral online populair."

Wat vinden jullie zo mooi aan Japanse fotografie?

"Wat wij zo graag aan Japanse fotografie hebben, is dat het heel breed is. Je hebt zo’n rijke geschiedenis en een beeldtaal die al lang in ontwikkeling is en zich nog volop ontwikkelt."

"De rust die vaak uitgaat van de beelden is héél mooi, het is een esthetische ervaring. Er is iets in Japanse fotografie dat je niet volledig begrijpt en dat heeft te maken met het verschil waarop oosterse en westerse mensen naar de wereld kijken. Dat is een gevoel dat moeilijk uit te leggen is, maar voortvloeit uit filosofische principes als ‘wabi-sabi’ of ‘ma’ (ruimte) die heel gelaagd zijn. In Japan is er geen definitie voor wabi-sabi, een Japanner weet niet hoe die wabi-sabi moet omschrijven. Wij westerlingen hebben daar een definitie op geplakt vanuit de behoefte om dingen te begrijpen. Dat is het nu net; je kan het niet vastpakken omdat het een gevoel is. Ook tussen Russische en westerse fotografie zal je heel veel verschillen zien bijvoorbeeld, omdat zij een heel andere cultuur hebben."