© Julia Margaret Cameron

Wet plate, de kunst van de onvolmaaktheid

Collodium, een stroopachtig goedje dat door 19e-eeuwse fotografen gebruikt werd om de oneindige blikken van bepluimde Victoriaanse dames, bebaarde mannen met hoge, zwarte hoeden en kleine, ingeduffelde kinderen op de schoot van een overgrootmoeder vast te leggen. Het lijkt een lang vervlogen tijd. Maar vandaag de dag zijn er nog steeds fotografen die deze ingewikkelde techniek verkiezen om intieme portretten, stillevens en landschappen in beeld te brengen. Maar wat is dat, collodium? En waarom lijkt men dit moeizaam proces niet los te kunnen laten?

Tekst: Jolan Bollen / Foto's: Julia Margaret Cameron, Els Vanopstal en Silvano Magnone (28/01/2021)

© Els Vanopstal

Het collodiumproces, of ook wel wet plate, is een 19e-eeuws fotografisch proces waarbij de fotograaf binnen een tijdspanne van maximum vijftien minuten een glas- of metalen plaat voorziet van een laag collodium, de plaat vervolgens in een bad van zilvernitraat lichtgevoelig maakt, dan belicht en uiteindelijk ontwikkelt. Dat klinkt als een hele boterham. En dat is het ook. Het hele proces, van het coaten tot het ontwikkelen, moet worden uitgevoerd voordat de plaat droog is. Anders is een opname op basis van collodium niet meer mogelijk. Hierdoor is het steeds noodzakelijk, en zelfs wanneer je op verplaatsing bent, een donkere kamer bij de hand te hebben.

En dat is nog niet alles. Het glas moet bijvoorbeeld perfect glas zijn. Het kan niet gewoon glas zijn dat je bij de bouwmarkt koopt. Je moet er eerst voor zorgen dat het glas perfect helder is en je het voorzichtig boent met een speciale glaswas. Alle chemicaliën moet vers zijn en het water gedistilleerd. Om strepen te vermijden, moet het collodium-mengsel voorzichtig en gelijkmatig over de plaat verspreid worden en dan zo snel mogelijk worden afgegoten.

Daarnaast heb je een speciale verpakking nodig om de druipende glasplaat van het zilvernitraatbad naar je camera te dragen en moet je bovendien je horloge goed in het oog houden. Want je hebt niet meer dan twee of drie minuten voordat de emulsie opdroogt en de opname niet meer mogelijk is. Klinkt ingewikkeld? Gelukkig is het ontwikkelingsproces eenvoudig: de ontwikkeling gebeurt aan de hand van een mengsel van graanalcohol en ijzersulfaat. Fixeren doe je met natriumthiosulfaat. Je kan het natuurlijk ook fixeren met cyanide, maar dan moet je opletten dat je het flesje cyanide niet verwisselt met de graanalcohol wanneer je zin hebt in een shotje ter inspiratie. Een ongeluk dat meerdere 19e-eeuwse fotografen de das om deed. Het resultaat: een helder glasplaatnegatief dat eenvoudig op fotopapier kan worden gereproduceerd.

Het was de Britse beeldhouwer Frederick Scott Archer die in 1851, verveelt door het tekort aan contrast en de te lange belichting van de fotografische processen van zijn tijd, de techniek ontwikkelde. Hij was op zoek naar een manier om scherpere en reproduceerbare opnames van zijn beelden te maken. En zo werd het collodiumproces geboren. Al snel werd het de vervanger voor de daguerreotypie, het duurdere proces dat sinds 1840 gebruikelijk was. De uitvinding Van Frederick Scott Archer stelde fotografen dus in staat de scherpte van de daguerreotypie te combineren met de mogelijkheid om meerdere papieren kopieën af te drukken. Toen hij zijn ontdekking publiceerde, deed hij dat bewust zonder er eerst een patent op aan te vragen. Zijn geschenk, dus, aan de wereld.

© Els Vanopstal

Collodiumkunst van eerste persing: Julia Margaret Cameron

Weinig fotografen hebben ooit de meesterlijke wet plate portretten van Julia Margaret Cameron in spirituele intensiteit geëvenaard.  In december 1863 kreeg Julia Margaret Cameron haar eerste camera, het was een geschenk van haar dochter. Cameron was toen 48, moeder van zes kinderen, diepgelovig en bevriend met een groot deel van de beroemde geesten van het Victoriaans Engeland, van de dichters Robert Browning en Henry Taylor tot wetenschappers als Charles Darwin en Sir John Herschel.

Hoewel ze als amateur begon, zag ze de nieuwe bezigheid onmiddellijk als professionele activiteit. Ze mocht dan niets begrijpen van de verhoudingen tussen de chemische producten, hoe ze een donkere kamer organiseerde of op welke manier ze een persoon moest scherpstellen; toch bleef ze onvermoeibaar pogingen doen om het collodiumproces onder te knie te krijgen. Ze had geen interesse in het oprichten van een commerciële studio en maakte nooit portretten in opdracht. In plaats daarvan schakelde ze vrienden, familie en huishoudelijk personeel in, om ze vervolgens te verkleden en ze als een soort van amateurtheater mythologische en Bijbelse taferelen na te laten spelen. Dit soort foto’s waren tot dan toe ongezien.

© Julia Margaret Cameron (volledige copyright linkse foto onderaan)*

In een korte tijdspanne kreeg ze het collodiumproces onder de knie en maakte ze betoverende portretten met als doel gewaarwording te geven aan kwaliteiten zoals schoonheid, onschuld, deugd, passie en begeestering. “I longed to arrest all beauty that came before me, and at length the longing has been satisfied," schreef ze in Annals of my Glass House, een autobiografisch essay. Geïnspireerd door de verhevene en geïdealiseerde aard van de 15e-eeuwse Italiaanse schilderkunst, streefde Cameron ernaar “het reële met het ideale te combineren, zonder iets van de waarheid op te offeren, met alle mogelijke toewijding aan poëzie en schoonheid.” Haar werk heeft zo duidelijke, stylistische overeenkomsten met de prerafaëlitische schilderkunst van die tijd. 

De gebruikelijke afwerking en de formele, bijna krampachtige poses die ze bij haar collega-portretfotografen zag, interesseerden haar niet. Ze experimenteerde met een vrijheid die voor de toen nog relatief jonge fotokunst onbekend was, met als gevolg tal van technische fouten, onscherpte, overbelichting, vlekken en vingerafdrukken. En dat viel niet bij iedereen in de smaak. De Photographic Society of Scotland beoordeelde haar inzending voor de jaarlijkse tentoonstelling, bijvoorbeeld, met een vernederende neerbuigendheid. Haar foto’s werden beschreven als ‘onscherp’, ‘origineel, maar ten koste van fotografische kwaliteit’ en als kers op de taart als ‘een tekortkoming van de kunst.’ Camerons beweeglijke portretten staan vandaag de dag in een heerlijk contrast met de strenge en opgedirkte Victoriaanse ziel van de commerciële portretfotografen van haar tijd. Dit geeft haar oeuvre van zo’n 900 collodiumfoto’s een tijdloos karakter.

Cameron streefde ernaar het reële met het ideale te combineren, zonder iets van de waarheid op te offeren, met alle mogelijke toewijding aan poëzie en schoonheid.
© Silvano Magnone

Wet plate vandaag     

Bij de uitvinding en opkomst van de filmfotografie verdween het collodiumproces op de achtergrond. ‘Moderne’ fotografen schakelden maar al te graag over naar film en lieten het moeizaam gebruik van collodium voor wat het is. Toch bleven er enkele fotografen volharden en lijkt de wet plate nu zelfs in een opmars te zijn. Van druk bezochte wet plate-forums en facebookgroepen tot de World Wet Plate Day, die jaarlijks op de eerste zaterdag van mei valt, wordt er langzaam maar zeker een tweede adem in de longen van het collodiumproces geblazen.

Zo experimenteerde de gerenommeerde Amerikaanse fotografe Sally Mann - bekend van haar vleselijke en beklijvend mooie foto’s van het familieleven in het Zuiden van de VS - vanaf de late jaren ’90 met wet plate fotografie. Mann herkende, net zoals Cameron, het poëtische potentieel van het collodiumproces en de kracht van het toeval die bepalend is bij deze methode. En net zoals Cameron beschikt ook zij over het vermogen om ongelukken en technische onvolmaaktheden uit te buiten en ze, als ware het beredeneerde fouten, deel uit te laten maken van het esthetische geheel. Na een ernstig paardrijdongeval begon de fotografe in 2006 aan een reeks indringende zelfportretten. Met een sterk gekadreerde focus op haar eigen gezicht wekt ze de gedachte op van de vergankelijkheid en de haast spookachtige desintegratie van lichaam en ziel.

Maar we moeten niet helemaal naar het Zuiden van de VS om de natte sporen van de wet plate fotografie terug te vinden. In onze hoofdstad bewijst de Italiaanse fotograaf Silvano Magnone met meesterlijke portretteren de tijdloze schoonheid van deze oude techniek of kan je op een steenworp van Manneke Pis je eigen wet plate portret laten maken in Studio Baxton. En dat is zeker de moeite!

Het gebruik van collodium lijkt langzaam te worden afgestoft. Steeds meer fotografen voelen zich aangetrokken tot de traagheid en uiterste precisie van het proces, tot de betoverende mengeling van technisch meesterschap en toeval, en tot de bijna verheven intimiteit die in resultaten zichtbaar wordt. Bij collodiumfotografie maak je fouten, zoveel is zeker, maar als je Cameron, Mann en Magnone erover zou aanspreken, zouden ze je wellicht verklappen dat de wet plate fotografie eerst en vooral een les is in de aanvaarding van onvolmaaktheid en dat je zo uiteindelijk een verborgen, tijdloze schoonheid ontdekt.

*Vierde foto, links:

Julia Prinsep Stephen (née Jackson, formerly Mrs Duckworth)
by Julia Margaret Cameron, distributed by Henry Herschel Hay Cameron (later The Cameron Studio)
carbon print on cabinet card, 1872, NPG x18052
© National Portrait Gallery, London
(CC. BY-NC-ND)

 

__________________

 

Ook bij ons zijn er verschillende fotografen die met wetplate bezig zijn en waar je workshops kan volgen, zoals www.artchapel.euwetplate.be, studiodebeer.be