© Liza Vandenbempt, uit de reeks 'Picture yourself a love letter'

Photographer’s Block: hoe geraak je van een creatieve blokkade af?

Je wil een fotoreeks maken, maar het lukt je maar niet een onderwerp te kiezen. Het kritisch stemmetje in je hoofd maakt namelijk van elk van je ideeën onmiddellijk brandhout. Herkenbaar? Zoals alle kunstenaars blijven ook fotografen niet gespaard van creatieve blokkades. Met welke wapens trek je het best ten strijde tegen zoʼn photographer’s block? Wij gingen op onderzoek. 

tekst: Alexander Delport / beelden: Liza Vandenbempt (11/05/2023)

     Als ik in mijn donkere kamer


     Al die foto's overzie


     Zoek ik dikwijls naar een hamer 

     Bij gebrek aan fantasie 
     Want de angst voor het cliché 

     Levert nooit een goed idee


     'k Sla de boel liever aan stukken 

    Dan weer eens te mislukken 

 

Cabaretgroep De Nieuwe Snaar legde in hun nummer ‘De Fotografieʼ perfect de vinger op de wonde. Het gevoel creatief vast te zitten is iets waar elke fotograaf ooit wel eens mee te maken krijgt. We noemen het hier ‘photographer’s block’, naar analogie met het bekendere writer’s block. Net zoals schrijvers zich kunnen blindstaren op hun witte blad, laten fotografen hun camera soms weken of maandenlang onaangeroerd uit gebrek aan inspiratie, maar vaak steekt ook een vorm van faalangst de kop op. Al is er geen reden tot paniek wanneer je even vast zit. We gingen ten rade bij een psycholoog en een fotografiedocent, op zoek naar meer informatie en doeltreffende remedies tegen dit frustrerende kwaaltje.

Alles is al een keer gedaan

Het fenomeen photographer’s block is Toon Van Hoof niet onbekend. Als docent fotografie aan de kunstacademie in Mol zag hij zijn leerlingen geregeld worstelen met creatieve blokkades. Al zijn het volgens hem niet zozeer de prille beginners die er hinder van ondervinden. “In het eerste jaar verwacht ik van de studenten slechts één portret, één landschapsfoto.... De themaʼs waarbinnen we werken zijn duidelijk afgebakend. Eigen aan de absolute nieuwelingen is hun open vizier. Ze zijn vaak nog niet vertrouwd met de geschiedenis van de fotografie. Die ‘onwetendheid’ brengt net een zekere spontaniteit met zich mee omdat de studenten zichzelf niet meten met de grote fotografen uit het heden en verleden.”

Het is pas in het tweede jaar, wanneer de opdrachten conceptueler worden, dat Van Hoof merkt dat het schoentje begin te knellen. “Ik denk dat fotografie als kunstvorm meer en meer nadruk is gaan leggen op het concept. Binnen de traditie van het medium is er bijna een periode geweest van honderd jaar waarin alles louter draaide rond de mensen en dingen in je nabijheid te documenteren. Destijds trok je eropuit met je camera, je keek in het rond en nam een foto van je omgeving. Die greep uit werkelijkheid was dan jouw werk. Vanaf de jaren ʼ70 en ʼ80 voel je langzamerhand de invloed van het postmodernisme. Fotografie ‘wordt’ dan kunst en schrijvers, kunstcritici en filosofen laten hun licht schijnen over de zin en onzin van het medium.”

© Liza Vandenbempt, uit de reeks 'Picture yourself a love letter'
© Liza Vandenbempt, uit de reeks 'Picture yourself a love letter'
Creatieve verlamming is een vorm van groeipijn: het duidt erop dat je kritischer met je werk omgaat.

“Tegelijkertijd leeft ook het sentiment dat alles al een keer gedaan is. Als reactie gingen kunstenaars bestaande zaken deconstrueren en opnieuw samenstellen. Voor sommige leerlingen voelt datzelfde proces te ingewikkeld aan. In principe zou photographerʼs block gewoonweg niet mogen bestaan omdat alles om te fotograferen in feite al aanwezig is. Slechts als je conceptueel en narratief aan de slag gaat, begin je terug vanaf nul. Als het dan niet lukt om zelfs maar een vertrekpunt te vinden, geraak je uiteraard niet eens uit de startblokken.”

Van Hoof beschouwt creatieve verlamming niet zozeer als een probleem. Het is een vorm van groeipijn waar je als fotograaf op een gegeven moment onvermijdelijk op botst. “Het duidt erop dat je kritischer met je werk omgaat. Minder kwantiteit, meer kwaliteit. Dat is iets goed, alleen mag je niet verloren lopen in de onderzoeksfase.”

De Winogrand-methode


Om zijn studenten te tonen dat het ook anders kan, toont Van Hoof in zijn lessen het werk van verschillende fotografen. Eén daarvan is Garry Winogrand. Een Amerikaans fotograaf die ‘het conceptʼ als dusdanig overboord gooide. “Winogrand trok gewoon de straat op met zijn camera en liet zich als het ware overvallen door zijn omgeving. Hij drukte de sluiterknop in zonder ook maar één keer door het vizier te kijken. Hij zet zich daarmee af tegen het idee van een voorbedachte compositie. Als het in zijn hoofd bestaat, is het niet meer interessant. Hij fotografeerde de wereld om te zien hoe deze eruit zou zien op foto. Zoʼn manier van werken kan enorm bevrijdend aanvoelen. Al liet Winogrand wel bij zijn dood dan weer duizenden onontwikkelde filmrolletjes achter.”

Deze ‘Winogrand-methode’ voelt voor sommigen misschien als een stap te ver aan, toch kan de achterliggende filosofie soelaas bieden voor wie even creatief vastzit. “Ga naar buiten, fotografeer om het even wat en trek achteraf pas je conclusies. Ontwaar de rode draad in het beeldmateriaal. Werk als het ware in de omgekeerde richting: het concept wordt dan de eindbestemming in plaats van het vertrekpunt.”

Ook de blik van anderen kan volgens Van Hoof een meerwaarde betekenen. “Het voordeel van een opleiding fotografie te volgen aan een academie bestaat erin dat je in dialoog kan gaan met anderen. Je klasgenoten en docenten zijn een uitstekend klankbord. Het is slechts door over je werk te praten dat je jezelf kan loswrikken uit je eigen verstarde denken. Ook door met anderen aan een project te werken, ontluikt zich soms een nieuw perspectief. Andermans visie kan zo het ontbrekend puzzelstukje aanreiken waarnaar je op zoek was.”

Foto van Walt Disney in actie.

De Disney-strategie

Ook de wetenschap boog zich al over het probleem van creatieve verlamming. Tegenwoordig hebben therapeuten een arsenaal aan hulpmiddelen om de artistieke motor weer aan te zwengelen. Ook Anne-Marie Desmet, psychotherapeute verbonden aan LUCA Gent, krijgt geregeld te maken met vertwijfelde studenten. “Kunststudenten zijn vaak perfectionisten. Uit schrik om slecht werk af te leveren, zetten ze daarom dubbel zo hard in op het verzinnen van een sterk concept. Soms slaat die pendel helaas door en rijden ze zichzelf vast in hun eigen gedachtengang.”

Eén van de handvaten die Desmet aanreikt, is de Disney-strategie. Deze methode - vernoemd naar Walt Disney die deze methode gebruikte in zijn filmstudios - vermijdt dat je artistieke ideeën en je kritische bedenkingen elkaar in de haren vliegen. De strategie verloopt in drie fases: “In een eerste fase, de ‘droomfase’, laat je je gedachten de vrije loop. Dat doe je best op een visuele manier. Verzamel afbeeldingen, maak een moodboard, leg nieuwe verbanden... Door verschillende dingen letterlijk naast elkaar te leggen, krijg je soms nieuwe - en vaak onverwachte - inzichten.” 

In de tweede stap gaan je die droom toetsen aan de realiteit en zoek je naar een plan van aanpak. “Hier staat het auditieve aspect centraal. Door luidop uit te spreken wat je gaat doen, teken je voor jezelf een structuur uit waarbinnen je te werk kan gaan. Zo ga je van een abstract concept naar een concrete houvast waarmee je aan de slag kan.” 


Slechts op afgebakende en bewust gekozen momenten, mag de criticus mee aan tafel schuiven. “Kritiek op je eigen werk gebeurt in de derde en laatste stap en dringt zich dus niet op tijdens de beginfases van je artistiek proces. Door het kritisch nadenken bewust te isoleren van de brainstorm- en uitvoeringsfase, vermijd je dat je kritisch denken de drive uit je zoek- en werkproces haalt, én houd je je feedback constructief. Kritiek op je werk mag zich niet uitbreiden in kritiek op je identiteit als fotograaf, maar moet zo dicht mogelijk bij het werk zelf blijven, om zelfsabotage te vermijden.”

“De kern van de Walt Disney-strategie is dat een idee de kans krijgt om te groeien. Het is een efficiënte manier om demotivatie en uitstelgedrag te voorkomen en zo de vicieuze cirkel waarin je bent verzeild geraakt te doorbreken. Om de fases zo strikt mogelijk van elkaar te scheiden, raden we aan om elk onderdeel van de strategie op een andere locatie uit te voeren. Zo weet je brein duidelijk in welke modus je zit en bouw je voor jezelf, bovenop de mentale, ook een fysieke grens in tijdens het creatief proces.” 

Een groeimentaliteit is makkelijk aan te leren en zorgt voor meer waardering voor het eigen groeiproces.

Groeimentaliteit

Onzekerheid over je eigen artistieke kunnen staat creativiteit soms in de weg. Een bemoedigend woordje van een docent kan dan wonderen doen, al kan dat ook een averechts effect kan hebben. “Studenten die te horen krijgen dat ze getalenteerd zijn, kunnen gemakkelijk vastlopen in het creatief proces. Complimenten over vaste eigenschappen zorgen ervoor dat mensen zich identificeren met hun verwezenlijkingen. Er ontstaat een grote druk: alles wat ze maken moet een reflectie zijn van hun identiteit als kunstenaar. Het risico daarbij is dat het zoekproces stopt. Men durft niet meer experimenteren en er ontstaat een krampachtige zoektocht naar het herhalen van de successen. Daarom is het belangrijk dat positieve feedback gaat over de kwaliteit van het werk zelf, over de gebruikte strategieën, en niet over de persoon zelf.”

Carol Dweck, een Amerikaanse professor psychologie verbonden aan de Stanford-universiteit, heeft het over het verschil tussen een “fixed” en “growth mindset”, een vaststaande en een groeimentaliteit. In het eerste geval geloof je dat je talenten aangeboren en daardoor onveranderlijk zijn. Wie dan tegen een hindernis aanbotst, gaat al snel geloven dat het plafond van zijn of haar kunnen bereikt is. 

Wie daarentegen een groeimentaliteit heeft, weet dat hard werk de drijvende kracht achter vooruitgang is. Falen is een stap in de goede richting. “De growth mindset is gemakkelijk aan te leren,” vertelt Desmet, “en zorgt ervoor dat studenten zich met veel meer flexibiliteit en plezier doorheen moeilijke periodes bewegen. Er ontstaat waardering voor het eigen leerproces en zelfs voor het vastlopen erin, want net dat zijn de cruciale leermomenten. Bijleren gaat uiteindelijk over vallen en opstaan. Wie die gedachte in het achterhoofd houdt, is beter gewapend tegen tegenslagen. Een enorm waardevol inzicht. Niet alleen binnen de fotografie, maar ook voor het leven.”



________________

In deel 2 van dit artikel gaan we in gesprek met fotograaf Liza Vandenbempt. Met haar reeks 'Picture Yourself a Love Letter' bestreed ze haar eigen photographer's block en brengt ze verschillende ideeën uit dit artikel in de praktijk.

Links: