© Dafna Talmor

Ontmoeten, vernietigen, heropbouwen en weer loslaten

Voor BREEDBEELD-magazine duikt fotografierecensent Stefan Vanthuyne zijn boekenkast in en kiest elke maand een fotoboek om uit te lichten. Deze week bleef zijn vinger steken op de rug van Constructed Landscapes van Dafna Talmor.

Tekst: Stefan Vanthuyne / Foto's: Dafna Talmor (06/05/2021)

Tussen het landschap zoals het aanwezig is (immer onderhevig aan tijd, elementen en verandering), het landschap dat we zien wanneer we er zelf voor staan en uiteindelijk het landschap in een beeld (in een foto, een schilderij of een ander beeldend werk) liggen werelden van verschil. In het volledig willen opnemen van het landschap met de blik schuilt schoonheid voor wie zich de moeite getroost, maar bijna onvermijdelijk gaat het ook gepaard met een zekere droefheid. Virginia Woolf beschreef die dubbele sensatie treffend in een scène uit To The Lighthouse, uit 1927, waarin twee personen over een baai uitkijken:

‘They both felt a common hilarity, excited by the moving waves; and then by the swift cutting race of a sailing boat, which, having sliced a curve in the bay, stopped; shivered; let its sails drop down; and then, with a natural instinct to complete the picture, after this swift movement, both of them looked at the dunes far away, and instead of merriment felt come over them some sadness — because the thing was completed partly, and partly because distant views seem to outlast by a million years (Lily thought) the gazer and to be communing already with a sky which beholds an earth entirely at rest.’

Woolf spreekt over een opeenvolging van zichten die voor onze ogen nooit helemaal samenvallen. Gelukkig is er fotografie. Als technisch instrument stelt de camera ons in staat om die momenten en die delen in het landschap die onze blik niet als een geheel kan vatten, allemaal tegelijk in een beeld samen te brengen, met alle elementen in dat beeld even scherp zelfs als we dat wensen. Fotografie laat ons toe om dat moment en dat landschap achteraf te bekijken, om alles in detail of in overzicht in ons op te nemen, zonder dat het aan een speling van licht en tijd is overgeleverd, op een manier die op het moment zelf niet mogelijk was. 

© Dafna Talmor
© Dafna Talmor

De foto als ervaring

Maar in die volledigheid en overzichtelijkheid van het beeld zit ook een verlies, namelijk van de ervaring van het moment zelf. Het effect is anders. Net daarom kan ook het uiteindelijke terugzien van het landschap in een foto teleurstellend zijn. Dat zegt ook Dafna Talmor, in een interview achteraan in haar boek Constructed Landscapes. Tussen 2003 en 2009 fotografeerde ze landschappen, telkens wanneer ze reisde – in Israël, waar ze geboren is, in Venezuela, waar ze opgroeide, in de Verenigde Staten, waar haar zus woont, of in het Verenigd Koninkrijk, waar ze al 22 jaar woont. Waarom ze de foto’s maakte, wist ze niet, behalve dat ze een zekere urgentie voelde om het te doen. Maar wanneer ze dan de contactvellen zag (Talmor schoot analoog en op middenformaat), was ze altijd ontgoocheld over de resultaten; op zichzelf deden ze maar weinig interessants, vond ze.
 
De Japanse fotograaf Yutaka Takanashi noemde fotografie een reis langs een landschap dat vrij is in fysieke zin en toch gebonden met psychologische terughoudendheid. Hij maakte de vergelijking tussen fotografie en de haiku. Wat de fotograaf moet doen met het landschap, schreef Takanashi in 1984, is het ontmoeten, vernietigen, heropbouwen, en dan loslaten. Daarin zat het streven naar een nieuw landschap, het landschap in de foto. De foto moest niet alleen een ervaring vertellen (de ervaring van langs het landschap te passeren, van ervoor te staan), maar op zichzelf ook een ervaring zijn – net zoals de haiku. ‘Nadat het weg is, verschijnt het landschap’, besloot Takanashi.

© Dafna Talmor

Een stap voorbij de foto

Ook Talmor ging nieuwe landschappen creëren in haar beelden, en gebruikte daarbij technieken als montage, collage en dubbele belichting. Daarmee zette ze nog een stap voorbij de foto. Bovendien maakte ze haar collages en montages niet met verknipte afdrukken. In de plaats ging ze rechtstreeks in de negatieven snijden, manipuleerde ze onherstelbaar het bronmateriaal. Niet alleen het eigenlijke landschap, zoals Talmor het zag toen ze er langskwam, was weg; ook het landschap zoals het door de camera werd vastgelegd, bestond zo niet langer meer. Op die manier vertelden haar beelden nog slechts van ver over een ervaring van een bestaand landschap, maar werden ze des te meer een ervaring op zich – van zowel vernietigde als opnieuw samengestelde, denkbeeldige landschappen. Wat nu ontstaat, schrijft Shoair Mavlian in een begeleidend essay, is ‘een creatief simulacrum van offer en hergeboorte.’

© Dafna Talmor
© Dafna Talmor
Net als in de natuur zijn haar landschappen niet zomaar eensklaps ontstaan, maar zijn ze het gevolg van een langdurige organische ontwikkeling, van grote en kleine deeltjes die hun plek zoeken tot er evenwicht en vastigheid is gevonden in het beeld.

Inkijk in het werkproces

Mooi aan het boek is dat we achteraan inzage krijgen in haar proces, via een reeks oorspronkelijke contactprints, studies en bijeen gepuzzelde nieuwe negatieven. Het geeft een idee van hoe ze de bestaande beelden selecteert, analyseert en samenbrengt, alvorens er verder creatief op in te grijpen. Net als in de natuur zijn haar landschappen niet zomaar eensklaps ontstaan, maar zijn ze het gevolg van een langdurige organische ontwikkeling, van grote en kleine deeltjes die hun plek zoeken tot er evenwicht en vastigheid is gevonden in het beeld.

Het werk bestaat uit twee reeksen. In een eerste volume neemt ze twee negatieven die ze op twee totaal verschillende locaties maakte en laat ze die samensmelten tot een nieuw landschapsbeeld. Een tweede volume bestaat uit beelden die opgebouwd zijn uit verschillende fragmenten van foto’s die ze op eenzelfde plek maakte, en op eenzelfde filmrol, kort na elkaar. De gecreëerde werken, de nieuwe, imaginaire landschappen hebben iets verbluffends, in die zin dat ze bijna voor ware landschappen kunnen doorgaan. Ze lijken iets onvervalst geografisch in zich te dragen, wat alles te maken heeft met de verschillende tastbare lagen en fragmenten waarmee elk landschap is gevormd.

Niet zelden bevindt het beeld zich ook ergens tussen concreet landschap en abstracte landkaart in, alsof we van bovenaf naar een deel van het aardoppervlak kijken, nadat Talmor wat met de tektonische platen heeft zitten schuiven. Het lijken stukken land waar een korte, maar hevige aardbeving heeft plaatsgevonden, en waar hele lappen grond of grote brokken gesteente zijn gebarsten en uit elkaar gespleten.

© Dafna Talmor

De paradox van ingrijpen

Intrigerend is de negatieve ruimte die ze in de beelden hanteert, en die ze eerst subtiel, maar dan alsmaar baldadiger plaats in het beeld laat innemen. Die doorgaans gitzwarte ruimte komt er doordat Talmor stukken uit de foto wegsnijdt waar een menselijke ingreep - een of ander bouwsel – in de natuur te zien is. Nu lijken het donkere meren of rivieren. Dat Talmor zelf kordaat moet ingrijpen in het beeld om de ingreep in het landschap te verwijderen, is de paradox die dit werk met zich meedraagt.

Als metafoor zegt het iets over onze eigen verhouding tot die natuur, maar ook over fotografie en hoe fotografen al sinds de oorsprong van het medium elementen uit het beeld verwijderen om esthetische redenen – omdat het dan meer op een plaatje lijkt. Talmor veegt evenwel geen elementen voorzichtig weg, zodat de ingreep de kijker niet zou opvallen; ze haalt hele stukken weg uit het origineel. De illusie van een perfect landschap opwekken, zoals dat vroeger wel gebeurde (in het boek wordt verwezen naar Gustave Le Gray en zijn zeezichten uit de jaren 1850, waarin hij meerdere negatieven combineerde om lucht, water en land qua toon mooi samen te laten vallen), is dus niet het doel op zich. Het snijden en herschikken, het construeren is het doel.

© Dafna Talmor
© Dafna Talmor

Een nieuwe, fascinerende ervaring

De randen van de negatieven die met een scalpel onder handen zijn genomen, kleuren vaak bruinrood, alsof ze verschroeid in plaats van versneden zijn. Binnen de landschapsbeelden en in combinatie met de zwarte vlakken, doen ze denken aan het gecontroleerd afbranden van stukken land – geen conceptuele, maar een werkelijke manier om het landschap te beheren, te organiseren. Kijk naar de indrukwekkende foto’s van Rinko Kawauchi in Ametsuchi, bijvoorbeeld, en zie hoe een fijne, vlammende streep het groengele veld van het zwartgeblakerde gebied scheidt.
 
Constructed Landscapes is een werk dat tot veel analyses uitnodigt en heel wat associaties oproept, en in de maar liefst vier tekstbijdrages in het boek – twee essays, een gedicht en een interview – komen die ook uitgebreid aan bod. Toch mag dat de aandacht niet wegtrekken van het wonderlijke karakter van de beelden zelf; fictieve landschappen waarin de bevreemdende opbouw een gefragmenteerde natuur zonder veel houvast weergeeft, en waarin grillige geologische mysteries elk normaal perspectief op het land overhoopgooien. Want net daarin zit, Takanashi en de haiku indachtig, een nieuwe en fascinerende ervaring vervat.
 
Constructed Landscapes van Dafna Talmor is uitgegeven bij Fw:Books.