6 vuistregels bij het schrijven

Een scenario schrijven is een proces van lange adem, van denken, research, schrijven en herschrijven. Er is veel mogelijk, zeker binnen kortfilm – bij uitstek een medium waarin veel ruimte is voor experiment. Toch zijn er wel een aantal vuistregels die je in het achterhoofd kan houden tijdens je schrijfproces.

1)    Ken je onderwerp

Weet waarover je schrijft. Eigen ervaringen of je eigen leefwereld kunnen daarom wel een goede basis zijn om vanuit te vertrekken, maar het belangrijkste is dat je thuis bent in het onderwerp van je film. Research is dus erg belangrijk, om met juiste informatie te werken, maar ook om ideeën op te doen. Door verhalen van mensen te horen of in je research kennis te maken met een bepaalde job, leefwereld of wat dan ook, zullen er spontaan ook ideeën komen bovendrijven. Research is dus niet louter “huiswerk”, maar is evengoed een onderdeel van je creatieve proces.


2)    Feedback

Als er één rode draad loopt door de interviews in dit dossier, is het wel het belang van feedback. Als schrijver zit je vaak op een eilandje te schrijven en staar je je blind op je eigen ideeën. Daarom is het belangrijk om geregeld ideeën af te toetsen bij andere mensen die je verhaal nog niet kennen en om je script te laten lezen door anderen. Hun reacties en opmerkingen kunnen vaak pijnpunten bloot leggen waar je zelf nog niet bij had stilgestaan en tegelijk nieuwe pistes aanreiken.


3)    Ken je medium

Kortfilm is een korte film, maar dat wil niet zeggen dat je een idee voor een langspeler in een kortfilm moet proppen. Goeie kortfilms zijn vaak te herleiden tot een sequentie met één kernscène of zijn soms gewoon één scène. In kortfilms heb je namelijk niet de ruimte om je personages op een geloofwaardige manier de hele evolutie van een drie-act structuur door te laten maken. Hou daar bij het schrijven rekening mee.


4)    Show, don’t tell

Film is een visueel medium. Probeer je verhaal dan ook op een visuele manier te vertellen. Vermijd te veel letterlijke uitleg (expostitie) in de dialoog. Probeer daarentegen die uitleg zoveel mogelijk op een organische manier in je verhaal te verwerken, via scènes, acties, gebeurtenissen… Relaties tussen mensen, iemands achtergrond, bepaalde wetmatigheden in de setting van je verhaal, zijn zaken die ook door middel van interacties tussen de personages of door bepaalde handelingen kunnen getoond worden. Expositie is soms nodig, maar wees subtiel en zoek steeds naar een “filmische” oplossing.


5)    Baken je onderwerp af

Zeker binnen kortfilm, waar je binnen een zeer beperkte tijdspanne je verhaal moet vertellen, is het nodig om je verhaal voldoende af te bakenen. Waar gaat je film over en waar gaat hij niet over? Je verhaal kan tijdens het denk- en schrijfproces soms vertakken en bepaalde neventhema’s aanraken. Die kunnen erg interessant zijn en dingen toevoegen, maar soms zijn die pistes gewoon een film op zich waard en halen ze de focus uit je scenario. Je logline of premisse kan op dat vlak een goede toetssteen zijn om niet te ver “af te drijven” tijdens het schrijven.


6)    Ken je beperkingen

Niet iedere filmmaker is een scenarist. Het is belangrijk om dat in te zien en van jezelf te weten waar je sterktes en zwaktes liggen. Net zoals je ook voor camera en geluid op de kennis van anderen vertrouwt, kan het soms beter zijn om voor je scenario samen te schrijven met iemand anders of met bestaand materiaal te werken (let daarbij wel op de auteursrechten uiteraard). Een film die je regisseert, gebaseerd op een scenario van iemand anders, is daarom niet per se minder “jouw film”. Grote regisseurs als Hitchcock, Spielberg en Scorsese schreven bijvoorbeeld zelden zelf de scenario’s van hun films.